Het ongemak over de uitverkoop van nationale kampioenen is ook buiten de
polder voelbaar. De Britse eurocommissaris voor Handel Peter Mandelson
suggereerde afgelopen weekeinde dat de Europese Unie de invoering van
Europese gouden aandelen moet overwegen. Daarmee zou Europa "gevoelige"
industrieën kunnen beschermen. Kamerleden van PvdA, CDA en de SP hebben er
wel oren naar.
Gouden aandelen geven de bezitters ervan – meestal nationale overheden
– extra bevoegdheden om bijvoorbeeld ongewenste overnames tegen te houden.
De vrees voor een invasie van vreemde investeerders is opgelaaid doordat
staatsbedrijven uit onder meer China verlekkerd kijken naar westerse
ondernemingen.
De discussie over investeerders uit snelgroeiende economieën is voor Nederland
geen theoretische zaak. De Britse bank Barclays riep maandag de hulp in van
staatsinvesteerders uit China en Singapore om zijn bod op ABN Amro te
verbeteren. De China Development Bank en investeringsmaatschappij Temasek
uit Singapore nemen een belang van enkele procenten in Barclays en mogen in
ruil daarvoor een toezichthoudende commissaris leveren.
Moet dat zomaar kunnen? In een markteconomie dient kapitaal vrij te
stromen, zo luidt de theorie. Vandaar dat er binnen de Europese Unie de
afgelopen tien jaar veel werk is verzet om gouden aandelen uit te bannen –
al bleek het lastig proctectionistische reflexen van onder meer Frankrijk
effectief aan te pakken. Nederland gedroeg zich als het braafste jongetje
van de klas. Het deed afstand van zijn vetorecht bij luchtvaartmaatschappij
KLM, telecombedrijf KPN en postconcern TNT. Consumenten zijn daar niet
slechter van geworden.
De tucht van de markt is optimaal als nieuwkomers ongehinderd kunnen
aanschuiven. Dan worden gevestigde ondernemingen gedwongen efficiënt te
opereren, de kosten laag te houden en concurrerende prijzen te bieden.
Onderdeel van dit spel is dat bedrijven elkaar mogen overnemen, zo lang ze
geen monopolie-achtige omvang krijgen.
De invoering van gouden aandelen om bijvoorbeeld hedgefondsen en
opkoopmaatschappijen de pas af te snijden, zou schadelijk zijn voor de
economische welvaart. Ongetwijfeld zitten er vraatzuchtige sprinkhanen
tussen, maar doorgaans verrichten deze activistische aandeelhouders nuttige
arbeid. Al was het maar dat ze topmanagers scherp houden.
Het marktspel werkt zolang private ondernemingen met elkaar concurreren. Zodra
staatsinvesteerders meedoen, verandert het krachtenveld drastisch. Zo is het
de vraag of westerse bedrijven die onder invloed staan van oosterse
staatsbeleggers, economisch de meest optimale beslissingen nemen.
Kan Barclays-ABN Amro straks met een door China benoemde staatscommissaris aan
boord ongehinderd investeren in Taiwan? Of gaan er dan bakken geld naar
achtergebleven Chinese provincies, zonder dat duidelijk is of dat een
verantwoord rendement oplevert.
Belangrijker nog is de boodschap die je afgeeft aan landen die
volwassen markteconomieën kunnen worden, maar een flinke weg te gaan hebben.
Zelf schermt China tal van sectoren af. Zo mogen westerse financiële
instellingen een belang van maximaal twintig procent hebben in Chinese
banken en verzekeraars.
Als Chinese staatsbeleggers vervolgens geen strobreed in de weg wordt gelegd
als ze zich inkopen bij westerse banken, nodigt dat niet uit tot verdere
hervormingen. De boodschap is dan: bescherm jezelf en slok ons op.
Beter is het als Nederland en Europa als stelregel hanteren: gelijke
monniken, gelijke kappen. Het eindoel moet zijn: zo veel mogelijk vrijheid.
Maar dat werkt alleen als iedereen meedoet.
Het zou minister van Financiën Wouter Bos en zijn Britse collega Alistair
Darling sieren als ze China te verstaan geven: zoals de zaken nu staan,
krijg je maximaal 21 procent van Barclays-ABN Amro. Dan zijn ze één procent
genereuzer dan de Chinezen zelf.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl